De roestkat (Prionailurus rubiginosus) is een van de drie soorten dwergtijgerkatten (geslacht Prionailurus).
DwergtijgerkattenDe dwergtijgerkatten zijn kleine katten die in Zuid-en Oost-Azië het meest algemeen zijn. Naast overeenkomsten wat betreft:
Bouw van de schedel en
Het aantal gebitselementen (30, zelden 28) hebben ze
Een smalle kop,
Spoelvormige samentrekkende pupillen,
Ronde, zwarte oorschelpen met midden op de achterkant een witte vlek,
Een koptekening die veel lijkt op die van de Aziatische goudkat en
Een romptekening die lijkt op die van de Bengaalse tijgerkat.
De roestkatIn zuidelijk India komt de kleinere tijgerkat, de roestkat voor. De kop-romp- lengte is tussen de 35 en 48 cm. De staart is ongeveer 15-25 cm lang. Wat zijn uiterlijk betreft lijkt hij met zijn grijsbruine kleur, zijn koptekening en gezichtsuitdrukking op de Javaanse tijgerkat. Vier roestbruine overlangse strepen op nek en heupen; rug en flanken met roestbruine vlekken die naar de staart toe kleiner en vager worden.Bij de Zuid-Indische ondersoort (Prionailurus rubiginosus rubiginosus) zijn kruis en staartwortel nog fijn bestippeld, bij die van Ceylon (Prionailusrus rubiginosus phillipsi) ontbreekt bijna elke tekening.
LevenswijzeIn Zuid-India is de roestkat veel minder op water gesteld dan de Bengaalse tijgerkat. Hij bewoont er droog struikgewas, droog grasland met kreupelhout bosjes (die dekking en een onderkomen geven) en droog open bos.Op Ceylon geeft hij de voorkeur aan het vochtige oerwoud en ontbreekt hij in de droge gebieden van het Noorden.De roestkat is voornamelijk 's nachts actief. Zijn buit bestaat hoofdzakelijk uit kleine zoogdieren, vogels en vermoedelijk ook hagedissen en insecten. Zoals alle kleine katten is hij erg trouw aan zijn standplaats. Net als de wilde kat heeft hij in zijn territorium vaste ¨krabbomen¨, die ook bij hem waarschijnlijk zijn ter markering van het jachtgebied. In India worden de jongen in het voorjaar geboren.
DwergtijgerkattenDe dwergtijgerkatten zijn kleine katten die in Zuid-en Oost-Azië het meest algemeen zijn. Naast overeenkomsten wat betreft:
Bouw van de schedel en
Het aantal gebitselementen (30, zelden 28) hebben ze
Een smalle kop,
Spoelvormige samentrekkende pupillen,
Ronde, zwarte oorschelpen met midden op de achterkant een witte vlek,
Een koptekening die veel lijkt op die van de Aziatische goudkat en
Een romptekening die lijkt op die van de Bengaalse tijgerkat.
De roestkatIn zuidelijk India komt de kleinere tijgerkat, de roestkat voor. De kop-romp- lengte is tussen de 35 en 48 cm. De staart is ongeveer 15-25 cm lang. Wat zijn uiterlijk betreft lijkt hij met zijn grijsbruine kleur, zijn koptekening en gezichtsuitdrukking op de Javaanse tijgerkat. Vier roestbruine overlangse strepen op nek en heupen; rug en flanken met roestbruine vlekken die naar de staart toe kleiner en vager worden.Bij de Zuid-Indische ondersoort (Prionailurus rubiginosus rubiginosus) zijn kruis en staartwortel nog fijn bestippeld, bij die van Ceylon (Prionailusrus rubiginosus phillipsi) ontbreekt bijna elke tekening.
LevenswijzeIn Zuid-India is de roestkat veel minder op water gesteld dan de Bengaalse tijgerkat. Hij bewoont er droog struikgewas, droog grasland met kreupelhout bosjes (die dekking en een onderkomen geven) en droog open bos.Op Ceylon geeft hij de voorkeur aan het vochtige oerwoud en ontbreekt hij in de droge gebieden van het Noorden.De roestkat is voornamelijk 's nachts actief. Zijn buit bestaat hoofdzakelijk uit kleine zoogdieren, vogels en vermoedelijk ook hagedissen en insecten. Zoals alle kleine katten is hij erg trouw aan zijn standplaats. Net als de wilde kat heeft hij in zijn territorium vaste ¨krabbomen¨, die ook bij hem waarschijnlijk zijn ter markering van het jachtgebied. In India worden de jongen in het voorjaar geboren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten